"We kopen drinkwater in voor ons kopje koffie, het sanitair en als we te weinig hemelwater in voorraad hebben voor onze demiwaterproductie." Aan het woord is Casper Stuart, HSE-manager bij PreZero in Roosendaal, één van de 12 Afval Energie Centrales in Nederland.

"Ons vak wordt vaak gezien als afvalverbranding, maar het is slechts 10% van ons werk. De rest is energieterugwinning uit restafval: 100% afval in, 0% afval uit. Met 380.000 ton afval per jaar (waarvan 51% biomassa) wekken wij nu elektriciteit op voor 70.000 huishoudens, voorzien we een woonwijk van stadswarmte én leveren we warmte aan een kassencomplex."

"Ik noem het liever een afvalverdwijncentrale."

Casper Stuart, HSE-manager bij PreZero

"Door de verschillende afvalstromen op de juiste manier te mengen, ontstaat een mix die uit zichzelf blijft branden. We hoeven dus geen energie aan dat proces toe te voegen. De energie in de rookgassen wordt via warmtewisselaars overgedragen aan het demiwater in ons stoomcircuit. Met die stoom wekken we in een turbine elektriciteit op die via een 150 kV-station hier op het terrein direct het elektriciteitsnet in gaat."

Geen afvalwatervergunning

"Bij de bouw van deze fabriek in 2011 drukte het waterschap ons op het hart om de afvalwaterstroom zo veel mogelijk te beperken. Met dat uitgangspunt hebben we de processen in de fabriek zo efficiënt en duurzaam mogelijk ontworpen waardoor we niet eens een afvalwatervergunning nodig hebben."

"Dat zie je bijvoorbeeld terug in onze droge rookgasreiniging. In vergelijking met collega's die natte rookgasreiniging toepassen besparen we hiermee veel water én we hebben geen vervuild water. Door verwarming van de aanvoerroute voor vrachtwagens hoeven we in de winter minder te strooien.. Dat levert weer minder zout water op, wat ook weer voordeliger is voor hergebruik."

Het schoonste water gaat de sloot in

"Al het hemelwater dat op het terrein valt, met een maximum van 1.500 m3, vangen we namelijk op in een bassin. Dit water gebruiken we voor onze demiwaterproductie. Het water van de daken voeren we daarnaast af naar een kelder met een capaciteit van 1.200 m³. 900 m³ daarvan is bluswater, de andere 300 m³ gebruiken we als waterslot voor de verbrandingsovens en voor het schoonmaken. Per jaar besparen we met al deze maatregelen zo'n 15.000 m³. Dat hoeven we dus niet in te kopen. En kunnen we bij extreme regenval niet alles bergen? Dan lozen we opgevangen hemelwater. Het schoonste water gaat dan de sloot in."

"Europese collega's begrijpen vaak niet hoe we aan alle strenge eisen kunnen voldoen. Maar wij laten elke dag opnieuw zien dat het kan en blijven optimaliseren. Ons motto is niet voor niets 'verder denken voor een duurzaam morgen'."