Brabant Water onderzoekt de mogelijkheid om drinkwater te maken van brak grondwater. Dit water bevat een heel klein beetje zout. Op het terrein in Drongelen wordt daarom onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van winning van brak grondwater. Een onderdeel daarvan is een geohydrologisch onderzoek.

Wat is geohydrologie?

Geohydrologie is het vakgebied van grondwaterstroming, maar houdt zich ook bezig met bodemopbouw en grondwaterkwaliteit. In het onderzoek in Drongelen kijken we naar een watervoerende zandlaag diep onder de grond (ongeveer 225 meter onder maaiveld) als aanvullende bron voor drinkwater. Daarna zuiveren we het brak grondwater tot drinkwaterkwaliteit.

Onderzoeksdoelen

In het geohydrologisch onderzoek kijken we naar:

  • De grondwaterstroming: De grondwaterstroming gaat over de beweging van water door de ondergrond. We onderzoeken wat de effecten van het oppompen van brak water zijn op het grondwatersysteem in de omgeving. Verandert de waterkwaliteit als we gaan oppompen?
  • De bodemopbouw: De bodemopbouw bepaalt hoe gemakkelijk we het water kunnen oppompen. Aan de hand van de bodemopbouw kunnen we berekenen hoeveel winputten er in de toekomst nodig zijn. De bodemopbouw hangt nauw samen met de grondwaterstroming en de effecten op het grondwatersysteem. 
  • De grondwaterkwaliteit: Door de grondwaterkwaliteit te onderzoeken, komen we te weten welke stoffen er aanwezig zijn (en met welke hoeveelheden) in het grondwater. Dit bepaalt de benodigde zuiveringsinspanning om er drinkwater van te maken.

Veldonderzoek met een proefput

Om antwoorden te krijgen, doen we veldonderzoek. We boren een onttrekkingsput (een proefput waar grondwater uit kan worden onttrokken) met daaromheen waarnemingsputten. Het boren van een waarnemingsput geeft ons informatie over de aanwezige zand- en kleilagen. Een waarnemingsput onttrekt géén grondwater. In plaats daarvan wordt de put uitgerust met meetapparatuur waarmee we gegevens verzamelen. Deze gegevens helpen ons te begrijpen hoe het water door verschillende grondlagen stroomt en wat de samenstelling van het water op verschillende diepten is.

Wat gaat er nog gebeuren?

In de eerste helft van 2025 boren we waarnemingsputten en richten we de putten in met sensoren. Aan het einde van 2025 pompen we met de proefput een maand lang een kleine hoeveelheid brak water op.

In 2026 worden de verkregen gegevens geanalyseerd en gerapporteerd. Met deze informatie maken we een digitaal grondwatermodel, waarin we de onttrekking kunnen simuleren en de effecten berekenen. De inzichten die we daarmee opdoen vormen de basis van onze besluitvorming.